Tjark Tjin-A-Tsoi: ‘Een leider moet ook een beetje filosofisch zijn’

Ebbinge stelt leiders van vandaag en morgen de vragen die er echt toe doen. Deze keer Tjark Tjin-A-Tsoi, CEO van Sanquin en vanaf 1 juni CEO van TNO.

echte-vragen

Wat was je eerste baantje?
Promovendus, ik was toen 23. Bijbaantjes zoals als een krantenwijk heb ik nooit gehad. Mijn vrije tijd ging op aan tennis op hoog niveau. Daar heb ik het belang van training, doorzettingsvermogen en een positieve mindset geleerd. Niet denken dat de wedstrijd al is afgelopen als je achterstaat.

Hoe leg je aan een kind uit wat je doet?
De makkelijkste uitleg is dat ik leiding geef aan Sanquin, vroeger bekend als de bloedbank. Je hebt bloeddonors aan de ene kant en patiënten aan de andere kant. Daartussen regelen wij alles. We nemen bloed af op locaties in heel Nederland, screenen het op ziektes, verwerken het tot veilige bloedproducten en leveren die aan ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Daarnaast hebben we een onderzoeksinstituut en commerciële dochterbedrijven.

Waar ben je trots op?
Sanquin heeft een nieuwe strategie voor de bloedbank en onze research die meer dan voorheen gericht is op gezondheid. In de toekomst kunnen we bij onze 400.000 donors die jaar in jaar uit langskomen aan hun bloed zien of ze gezondheidsproblemen aan het ontwikkelen zijn. Denk aan het heel vroeg herkennen van diabetes. Preventieve geneeskunde dus. Zo kunnen we iets teruggeven aan de donors, door hen te helpen gezond te blijven.

Wat is er nog meer veranderd sinds jouw aantreden?
Toen ik hier kwam zat een farmaceutische dochteronderneming van Sanquin in zwaar weer. Hun meest winstgevende product was verdrongen door een concurrent. De vrees was dat deze situatie de bloedbank, wat toch een soort nationale voorziening is, financieel zou kunnen schaden. Dat risico hebben we afgewend. De holding waar onze commerciële activiteiten onder vallen staat nu meer op afstand. Er zijn veel veranderingen geweest: een nieuwe governancestructuur, een breed professionaliseringsprogramma, minder overheadkosten en sterkere ICT. Dankzij een aantal wisselingen staat er nu een zeer sterk team aan het hoofd van de organisatie.

‘Als iets niet zo goed loopt kun je gedeprimeerd raken, of denken: is het nou wel zou erg?’

Hoe ga je om met tegenslagen?
Als iets niet zo goed loopt kun je gedeprimeerd raken, of denken: is het nou wel zou erg? Of iets slaagt of juist niet, in beide gevallen leer je er iets van. We zijn op een voortdurende ontdekkingsreis. Als iets faalt haal je een diepere werkelijkheid omhoog. Bij alles wat je doet, bij alle stenen die je in de vijver gooit, kijk wat er terugkomt aan golfjes, om te zien hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Ik zie het gewoon als informatie. Een leider moet ook een beetje filosofisch zijn. Alles wat je in de wereld brengt heeft een positieve en een negatieve kant en je streef ernaar dat het per saldo positiever is.

Wat is jouw leiderschapsstijl?
Ik vind mezelf geen typische manager en zeker geen micromanager. Als leider geef je de richting aan en zet je toon. Wat voor sfeer leeft er in een organisatie? Is er vertrouwen en openheid? De juiste mensen op de juiste plek bepaalt voor tachtig tot negentig procent het succes van de operatie. Als je mensen aantrekt die geloven in de richting, de juiste toon met zich meebrengen en de daadkracht tonen om het waar te maken, dan heeft dan enorme impact op de resultaten.

Aan welk inzicht over leiderschap heb je het meest gehad?
Veel mensen blijven aarzelen, willen alle informatie op tafel hebben voordat ze beslissen. Maar volledigheid is er nooit, dus moet je besluitvaardig zijn. Die leap of faith, je kunt het lef noemen, is karakteristiek voor leiderschap. Ik neem als leider het risico en de verantwoordelijkheid, de rest hoeft zich daar geen zorgen meer om te maken.

Kun je een voorbeeld geven van zo’n leap of faith?
Toen ik directeur was van het CBS zijn we als eerste statistiekbedrijf ter wereld een eigen newsroom gestart. Dat zorgde eerst voor gefronste wenkbrauwen. Sommigen in de organisatie dachten: we leveren een tabel op en dan hebben we ons werk goed gedaan. Maar wat heb je aan uitstekende informatie als het niemand bereikt? In deze tijd van social media en fake news snakken mensen ernaar om te weten hoe het nou echt zit. Zo kwam ik op de gedachte om naast het databedrijf ook een professionele nieuwsorganisatie op te zetten, met een eigen studio en de hele rambam. Als we eindeloos studies hadden gedaan en om ieders mening hadden gevraagd was dit er nooit gekomen.

‘Meningen die afwijken gaan ondergronds en worden daarmee potentieel gevaarlijker. Daarom moeten we opkomen voor het open discours’

Stel je moet nu een uur spreken op een podium, waar ga je het over hebben?
De uiterst kwalijke rol die gekleurde, eenzijdige en simplistische informatie speelt in onze samenleving. Het idee, stammend uit de verlichting, dat een open debat het beste is, dat we een competitie van meningen nodig hebben die op inhoud met elkaar strijden, dreigt verloren te gaan. Ik heb het over bewegingen als de-platforming en safe spaces, dat zijn vormen van censuur waar zelfs wetenschappers nu last van krijgen. Je eigen mening wordt dan niet meer uitgedaagd. Meningen die afwijken gaan ondergronds en worden daarmee potentieel gevaarlijker. Daarom moeten we opkomen voor het open discours.

Heb je een prijs moeten betalen voor je succes?
Kijk, kiezen is verliezen. Ik had door kunnen gaan in de wetenschap en was dan misschien hoogleraar theoretische natuurkunde geworden. Maar ik heb geen seconde spijt. Een academische loopbaan betekent toch een vrij monomaan bestaan.

Hoe hebben je ouders je gevormd?
Ik ben geboren in Suriname en kwam op mijn tweede met mijn ouders naar Nederland. Ze kwamen uit een arm land dus hechtten ze aan vooruitgang. Je best doen, studeren, proberen een positie verwerven in de samenleving, dat kreeg ik mee. Mijn ouders werkten allebei fulltime, mijn vader als fysiotherapeut en mijn moeder als onderwijzeres. Je eigen lijn trekken en de zaken goed op orde hebben, dat zat er al vroeg in.

‘We proberen al te veel te regelen met wetten, daar moeten we juist vanaf’

Stel dat je een wet zou mogen invoeren, wat zou daar in staan?
We proberen al te veel te regelen met wetten, daar moeten we juist vanaf. Op een gegeven moment weet niemand meer wat voor regels er allemaal wel niet zijn. Ik wil een overheid die voorspelbaar en betrouwbaar is. Laten we daarom naar een simpeler systeem gaan wat we vooral goed handhaven.

Welke scène mag niet ontbreken in een film over jouw leven?
Toen ik algemeen directeur was van het Nederlands Forensisch Instituut kreeg ik een brief van de Amerikaanse senator John D. Rockefeller IV. Of ik wilde komen getuigen bij een onderzoek in hun Senaat. Over hoe forensische instituten hervormd kunnen worden en hoe wij dat in Nederland hadden aangepakt. Een spannend moment, wat voelde als een vorm van bekroning voor ons werk. Ik begreep dat ik de eerste Nederlander ooit was die daar getuigde.

Fotografie: Pieter Bas Bouwman