Jolanda Spoel: ‘Mijn droom is een drie keer zo groot theater’

Ebbinge stelt leiders van vandaag en morgen de vragen die er echt toe doen. Deze keer Jolanda Spoel, directeur van het Bijlmer Parktheater.

echte-vragen

Wat was je eerste baantje?
Mijn toneelschool-tijd in Utrecht ben ik zonder bijbaantjes doorgekomen, doordat ik thuis bij mijn ouders in Gouda kon blijven wonen. Op mijn 22ste ging ik drama- en danslessen geven, dat was mijn eerste betaalde werk.

Hoe leg je uit wat je doet?
Ik ben theatermaker, regisseur en directeur van het Bijlmerparktheater in Amsterdam-Zuidoost. Theater-, muziek- en dansgezelschappen uit heel Nederland, in alle genres, van stand-up comedy tot kleinkunst, treden bij ons op. Als directeur ben ik veel bezig met onze eigen artistieke koers. Ik geloof dat je hele programmering één verhaal moet hebben, dat alles in elkaar moet grijpen. Dat noem ik regisserend programmeren. We tonen niet alleen werk van anderen maar produceren ook zelf nieuwe programma’s.

Waar lig je van wakker?
Het tekort aan goede vakmensen. We merken een leegloop uit onze sector. Sinds de extreme bezuinigen van Halbe Zijlstra van tien jaar geleden zijn kunst en cultuur uit een dal aan het klimmen. Onze lonen zijn al jarenlang bevroren. Je werkt alleen in deze sector omdat je hart er ligt. Maar door de coronacrisis haken nog meer mensen af. Een goede theatertechnicus kan met zijn vaardigheden ook in een andere sector terecht. We zijn ook al een half jaar op zoek naar een marketeer. Niet te vinden. Ook al mogen de zalen weer open, de vraag is: met wie?

‘Zorg, onderwijs en defensie kunnen ook niet zonder subsidie, maar daar heet het ineens anders. Er wordt gedaan alsof we snoepgeld of hobbygeld cadeau krijgen’

Wat wil je veranderen aan de status quo?
Ik zou willen dat de retoriek rond kunst en cultuur veranderde. Zorg, onderwijs en defensie kunnen ook niet zonder subsidie, maar daar heet het ineens anders. Er wordt gedaan alsof we snoepgeld of hobbygeld cadeau krijgen. Door de Kunstenplan cyclus moet je als culturele organisatie elke vier jaar je bestaansrecht bewijzen door plannen in te dienen, anders stopt je financiering. Dat moet ‘de basisinfrastructuur’ in stand houden. Het is toch raar dat je deze onzekerheid steeds opnieuw oplegt aan de organisaties die juist zorgen voor het minimum aan cultuur dat je in een stad of land moet hebben?

Wat maakt het Bijlmerparktheater speciaal?
In de theaterwereld is het niet gebruikelijk dat de diversiteit van de directe omgeving terug te zien is op het podium. Dat is bij ons wel het geval. In de samenstelling van onze programmering zie je de smaak van Zuidoost, de veelkleurigheid en veelgeurigheid. We hebben een diepgewortelde connectie met de buurt.

‘Het is heel raar dat we nog met een zaaltje van 164 stoelen zitten. Omdat Amsterdam-Zuidoost binnen vijf jaar net zoveel inwoners heeft als Nijmegen, hebben we een theater nodig dat drie keer zo groot is’

Wat is je grote droom?
Ik gun dit groeiende stadsdeel een veel groter theater. Het is heel raar dat we nog met een zaaltje van 164 stoelen zitten. Omdat Amsterdam-Zuidoost binnen vijf jaar net zoveel inwoners heeft als Nijmegen, hebben we een theater nodig dat drie keer zo groot is. We hebben verschillende kavels op het oog en het haalbaarheidsrapport van een onderzoeksbureau is bijna af. Een groter theater betekent niet alleen ruimte voor meer publiek, maar ook voor meer eigen activiteiten. Hoe meer werk we zelf ontwikkelen, hoe groter onze slagkracht in de sector. Niet alleen in Zuidoost en Amsterdam maar ook landelijk.

Wanneer ontdekte je voor het eerst leidinggevende kwaliteiten bij jezelf?
Tijdens mijn opleiding als regisseur. Ik kan in korte tijd een groep van tien tot vijftig mensen deelgenoot maken van mijn idee en naar de haven, de première, loodsen. Aanvankelijk wilde ik actrice worden. Ik mocht beginnen aan de regieopleiding én de acteursopleiding op de toneelschool in Utrecht.

Voor het eerst werd ik bewust van mijn kleur. Wat voor rollen zou ik kunnen spelen? Ik word straks alleen gebeld als ze een donkere vrouw nodig hebben, besefte ik. Het gebrek aan diversiteit en representatie op televisie en podia, in films en reclames, was 29 jaar geleden nog dramatischer dan nu. Ik bedacht: het is beter om regie te gaan doen. Als ik ga regisseren kan ik ook zelf initiëren. Daar bleek ik talent voor te hebben. Niet zo’n leuke aanleiding dus, maar verreweg de beste keuze voor m’n carrière.

‘Ik werk graag vanuit de krachten van mensen zelf, in plaats van hen in een keurslijf te dwingen’

Hoe ga je om met conflicten?
Gelukkig heb ik — even afkloppen — weinig conflicten. Ik ben van het coachend leiding geven. Ik werk graag vanuit de krachten van mensen zelf, in plaats van hen in een keurslijf te dwingen. Tegelijkertijd ben ik iemand die stevig overkomt. Nooit vaag. Rechtdoorzee. Soms kan ik bot overkomen, maar dankzij zelfspot en humor pikken mensen het van me. Ik omring me met anderen die sterk in hun schoenen staan en een bak kennis, kunde en visie meebrengen op hun gebied. Het is aan mij om te luisteren en met de juiste keuzes op het juiste moment de koers te bepalen.

Van welke misstap heb je veel geleerd?
In mijn carrière heb ik meerdere misstappen begaan, ik zal een voorbeeld geven dat me bijzonder is bijgebleven. Met een Nederlands gezelschap gaf ik coaching in dramaturgie aan een theatergroep in Zuid-Afrika. Ze gaven voorstellingen om mensen te waarschuwen voor confrontaties met wilde dieren. Een neushoorn in je dorp, of een kudde olifanten die oversteekt. Aanrakingen met de big five komen daar op het platteland veel voor.

Ik dacht alleen: ‘oh, wat is dit slecht theater’. Maar in dit geval redde kunst letterlijk levens. En dan kwam ik met m’n Westerse artistieke bril en m’n dramaturgische oplossingen. Die hele abstract beeldtaal, dat artistieke gewauwel, wat is het eigenlijk waard? Staat het publiek wel voorop? Ik kan wel proberen er een artistiek verantwoorde productie van te maken, maar als niemand de boodschap meer snapt wordt het gevaarlijk! Het werkte als een cursus bescheidenheid voor mezelf. Ik heb van deze sessies meer geleerd dan de mensen die ik moest coachen.

‘Bij de jeugd van nu mis ik vaak zachtheid en empathie’

Wat weet bijna niemand over jou?
Wat mensen niet snel achter me zoeken is dat ik erg van de dieren ben. Ze zijn mijn rustpunt en mijn hobby. Ik heb thuis in mijn appartement een stuk of vijftig exotische dieren: vogelspinnen, kikkers, padden, egels, lesser tenrecs, dat zijn dieren die lijken op egels maar genetisch verwant zijn aan de olifant, reuzenslakken en twee vogels. Die beesten eten ook weer voederdieren zoals kevers en sprinkhanen die ik ook in leven moet houden. Het liefst zou ik op een boerderij wonen maar dan is het theater weer te ver weg. Als je me mijn gang laat gaan sta ik met mijn laarzen in de modder tussen de beesten.

Als je een nieuwe wet mocht invoeren, wat zou deze bepalen?
Ik zou zo graag iets doen aan de individualisering en verharding van de samenleving. Bij de jeugd van nu mis ik vaak zachtheid en empathie. Het lijkt me daarom goed om een vorm van sociale dienstplicht in te voeren. Je begint dan met actief een steentje bij te dragen aan de samenleving. Door een kijkje in andermans leven besef je dat je niet alleen leeft voor jezelf.

Fotografie: Pieter Bas Bouwman