‘Ik geloof enorm in de kracht van het Ebbinge DNA’

Ebbinge bestaat dit jaar 40 jaar. In 1982 opgericht door Pier Ebbinge, vervolgens overgenomen door KPMG, waarna het bedrijf in 2004 weer zelfstandig werd onder leiding van Ron Jansen en Paul van Dam. Vandaag de dag gaan drie Ebbingers, uit verschillende generaties, met elkaar in gesprek over de veranderde tijdgeest, hoogte- en dieptepunten en het Ebbinge DNA. Want, wat is dat?

echt-ebbinge

Hoofdbeeld v.l.n.r.: Maxime, Paul, Linda | Fotografie: Pieter Bas Bouwman

Mini CV’s

12 mei 2022, 09:30 uur, The Edge Olympic, Amsterdam.

Maxime: Om te beginnen: Ebbinge 40 jaar. Een heel mooi getal. Waar stonden jullie in het leven in 1982?

Linda: In ’82 had ik net mijn kandidaats gehaald, Nederlandse Letterkunde. Ik woonde samen met mijn vriend Eric op de Spuistraat in een studentenhuis en werkte bij een antiquariaat in de Negen Straatjes. Het was toen natuurlijk nog niet zo’n hippe buurt als het nu is. Als ik er nu kom, herken ik het bijna niet. Maar dat was eigenlijk mijn eerste echte werkomgeving.

Paul: In 1982 studeerde ik in Groningen, tweedejaars Economie. Oorspronkelijk kom ik uit Brabant om in 1980 te vertrekken naar het Hoge Noorden. Ik werd lid van Vindicat en heb het daar fantastisch gehad. Ook heb ik er mijn talent voor voetbal onderzocht.

Linda: Je kon niet overstappen naar FC Groningen?

Paul: [lacht], nou ik had eerder gedacht aan Ajax. Ik was lid van Forward, wat een gezellige zooi was het daar. Zaterdagnacht doortrekken om vervolgens zondagochtend om 9 uur af te trappen in Warffum. In ’86 heb ik mijn studie afgerond en ben ik in militaire dienst gegaan. In zes weken tijd werden we benoemd tot Officier, ik was specialist in kantoorautomatisering, waarvan ik (met vele anderen) me heb afgevraagd hoe ik daar ooit in terecht ben gekomen. Wel een hele leuke tijd gehad.

Linda: Je plukt er nu nog steeds de vruchten van Paul, van die automatiseringservaring [met een knipoog].

Paul: Daarna ben ik gaan werken in de voedingsmiddelenindustrie voor Wessanen. Ik heb daar de laatste vier jaar voor Leerdammer gewerkt, marketing en verkoop van de ‘lekkerste kaas tussen de gaten’. In de Benelux en de UK. Prachtbedrijf. Daarna ben ik naar Ebbinge gegaan, in 1994. De rest is geschiedenis.

Maxime: Want Lin, jij kwam in 1985 bij Ebbinge toch?

Linda: Er stond een advertentie in de krant, geplaatst door Pier Ebbinge. Ik dacht, ik schrijf maar een brief. Toen werd je handschrift nog beoordeeld, kennelijk was het goed, want ik werd uitgenodigd voor gesprek. Ebbinge zat toen aan de Alexander Boersstraat in Amsterdam. Ik trok mijn netste rok aan en had al snel een klik met Pier. Ik startte daar als Linda Vink, maar er werkte al een Linda, Linda van der Zwaard. Zo ben ik eigenlijk aan mijn naam Lin gekomen. Pier zei: ‘Zeg maar hoe je heten wil’.

‘Je moest er representatief uitzien en we kregen allemaal representatiekosten van Pier’

Maxime: En toen werd het Lin. Toen ik hier startte viel het mij inderdaad op dat collega’s elkaar vaak bij een afgekorte naam noemen. Na twee weken tijd was ik voor iedereen ‘Max’. Dat zit misschien dan wel erg in de Ebbinge cultuur. Het heeft iets familiairs. Ik voelde mij daardoor wel snel ‘thuis’ binnen de organisatie.

Linda, ik kan mij herinneren dat je eens vertelde dat je vroeger geen spijkerbroek naar kantoor kon dragen. Waren er nog andere zaken die voorheen ‘not done’ waren?

Linda: Dat was eigenlijk het voornaamste. Je moest er representatief uitzien en we kregen allemaal representatiekosten van Pier, om naar de kapper te gaan en een nette rok te kopen. Als je dat niet deed, werd je naar huis gestuurd. Ook als je een broek of spijkerbroek droeg.

Paul: Vandaag de dag kan je hier gelukkig veel meer jezelf zijn. Het tijdsbeeld is anders geworden en het bedrijf heeft zich altijd mee ontwikkeld.

Ik heb een jaar met Pier mogen werken en heb enorm veel van hem geleerd. Het was wel complex om met hem samen te werken, hij had nogal zijn eigen denkbeelden, en ik denk ik ook. Toch leerde ik daar juist weer heel veel van.

Linda: Ebbinge is altijd goed met de tijd meegegaan, moet ik zeggen. We zijn een enorm jonge club. Grijze pakken en mantelpakjes zijn hier ver verleden tijd.

Pier was vroeger natuurlijk ook zijn tijd vooruit, door de salarissen van C-level functies transparant in onze krantenadvertenties te plaatsen. Ebbinge heeft altijd iets aparts, leuks en luchtigs gehad.

Maxime: In de begintijd waren jullie met een kleiner clubje toch?

Linda: Ja het was heel klein, met z’n achten.

‘Toen de coronacrisis uitbrak, kan ik mij best voorstellen dat het even zoeken was. Naar: hoe houd je die verbinding?’

Maxime: Ik kan mij ook voorstellen dat je dan een hele hechte band met elkaar krijgt. Sowieso staan verbinding en ‘samen zijn’ hoog in het vaandel bij Ebbinge. Er wordt in elk geval veel aandacht aan besteed. Toen de coronacrisis uitbrak, kan ik mij best voorstellen dat het even zoeken was. Naar: hoe houd je die verbinding?

Paul: Voor de één was de lockdown een geschenk, even een pauze van het drukke kantoorleven. Maar de andere collega had een jong gezin, klein behuisd, en verlangde juist naar kantoor. Voor hen was het natuurlijk een worsteling, zonder bijvoorbeeld een crèche en ook nog eens thuisonderwijs moeten geven. Het was niet altijd gemakkelijk te peilen: gaat het goed met hem of haar? Je ziet elkaar niet fysiek, dat was lastig.

Linda: Maar dat wij daar wél op letten, is echt typisch Ebbinge. En dat was zo moeilijk aan de coronatijd. Dat je niet even kon checken: gaat alles goed? Je kon elkaar niet makkelijk écht in de ogen aankijken om dat te zien.

Maxime: Dat snap ik. De enige positieve uitkomst van corona is voor mij de algemene acceptatie van hybride werken. Ik heb het idee dat mijn generatie de arbeidsmarkt op een andere manier bekijkt ten opzichte van vroeger. Hybride werken, maar ook flexibiliteit. Ik vind dat zelf ook erg belangrijk. Deels op kantoor werken, deels thuis. Met welke mindset stapten jullie na de studiebanken de arbeidsmarkt binnen?

Paul: Heel simpel, toen ik afstudeerde wilde ik carrière maken. Succesvol zijn. Een klassieke drijfveer.

Linda: Ik wilde gewoon een leuke baan. Dat klinkt misschien naïef, maar ik wilde een baan waar ik mij thuis voelde, met een fijne werk/privé balans en een gezellige werksfeer.

Maxime: En die heb je zeker gevonden!

Linda: Zeker. Ik ben nooit weggegaan. Af en toe heb ik wel gesprekken elders gevoerd, Pier moedigde dit ook aan, maar Ebbinge paste gewoon het beste bij mij.

Maxime: Paul, Pier verkocht in 1994 zijn bedrijf aan KPMG. Toen werd het ‘KPMG Ebbinge’. Daarna hebben jij en collega Ron Jansen Ebbinge in 2004 samen overgenomen.

Paul: Klopt, ieder de helft van de aandelen. Ik had toen we nog onder de KPMG-vlag werkten een CFO binnengebracht bij een grote divisie van een beursgenoteerde onderneming. Het feit dat ik dat gedaan had, betekende dat KPMG wereldwijd de drie jaren erna niet meer mocht pitchen op het account van dat beursfonds. Dat was natuurlijk niet helemaal de bedoeling. KPMG gaf Ron en mij de ruimte om alle aandelen in Ebbinge over te nemen, de Raad van Bestuur was daar netjes in.

Linda: Vóór de KPMG-tijd was Ron al gestart als stagiair bij Ebbinge Campus, toen wij nog studenten wierven.

Paul: Ron en ik werkten toentertijd ieder in een ander gebouw. Ebbinge was namelijk uit zijn jasje gegroeid, dus er werden twee panden gehuurd. We kwamen elkaar ook niet zoveel tegen, we werkten in andere segmenten. Los van elkaar spaarden wij beiden onze centen voor een eventuele overname van Ebbinge. Toen dat samenkwam, zei Ron: ‘Volgens mij zijn wij zeer complementair, Paul’. Het was mooi dat hij dat meteen zag, ik had dat niet gelijk door. Zo geschiedde. Als niet wij maar een ander Ebbinge had overgenomen, dan hadden we ongetwijfeld samen een eigen bureau opgericht.

‘Toen dat samenkwam, zei Ron: ‘Volgens mij zijn wij zeer complementair, Paul’. Het was mooi dat hij dat meteen zag, ik had dat niet gelijk door’

Maxime: Een begin van een nieuw tijdperk voor Ebbinge. In al deze jaren is er natuurlijk veel gebeurd. Wat waren voor jullie de dieptepunten en hoogtepunten?

Paul: Onmiskenbare dieptepunten zijn het overlijden van enorm geliefde collega’s. Ron Jansen, Lideke Wery, Marlies van Zijl, Femke van Komen.

Marlies, Femke en Ron waren ongeneeslijk ziek. Hoe dramatisch. Lideke overleed bij de tsunami van december 2004. Ze was op huwelijksreis en verbleef in het eerste strandhuisje in Puket. Vervolgens hebben we met vele anderen een school opgericht in Sri Lanka, die draait fantastisch, 200 leerlingen per jaar, we hebben net een stuk land gekocht, volgend jaar gaan we een compleet nieuwe school bouwen. Lideke had een passie voor educatie, jonge mensen, scholing. Vandaar deze keuze.

Linda: Het was heel heftig. Je leeft enorm mee, bent nauw betrokken. Ook tijdens een ziekteproces.

Maxime: Dat zijn inderdaad hele duidelijk dieptepunten. Zeer tragische gebeurtenissen, pfoe. En hoogtepunten?

Linda: Dat zijn er ook veel. De kerstfeesten, wintersportvakanties. Met stuiterbal Ron die altijd ‘Champagne!’ riep. Zo dierbaar is dat.

Maxime: Die verbinding komt eigenlijk altijd terug, door de jaren heen. Verbonden zijn met elkaar. Heb jij hetzelfde Paul?

Paul: Nou en of. Aan het begin van het eerste coronajaar zeiden we: ‘We gaan de Ebbinge-club bij elkaar houden’, en we kijken wel of we financieel iets overhouden. Men dacht: ‘Moeten we en masse afscheid van mensen nemen?’ Gelukkig niet. Hoogtepunten komen ook voort uit ingewikkelde situaties, waarvan je nu kan zeggen: dat hebben we goed gedaan en daar mogen we trots op zijn.

Maxime: Hoewel ik Ron Jansen zelf nooit heb gekend, is zijn invloed binnen Ebbinge nog steeds voelbaar. Een bepaalde positieve energie. Mensen beginnen spontaan te lachen wanneer het over hem gaat. Mooi en bijzonder dat dat nog steeds zo is. Wat zijn jullie mooiste herinneringen aan Ron?

[Paul en Linda tegelijk]: Hij was een enorme positieve gangmaker.

Paul: Ron verstond de kunst om met échte interesse vragen te stellen: ‘Hoe is het nou met jou?’ Die vraag heeft hij zoveel mensen gesteld: Ron liet oprechte interesse zien. Hij nam daar de tijd voor, heel bijzonder. Hij werkte ook nog eens heel hard, ja echt hard, wat een inspirerende vooroploper was hij.

Linda: Een ontembare energie. En wat je zegt, een enorme interesse. Dat was zowel intern als extern. Daarom praat iedereen met zoveel liefde over hem. Als je met Ron eventjes een kop koffie dronk, nam hij ook echt de tijd voor je. Even zitten, één op één. Echt bijzonder. Het was met hem een feestje.

Paul: Veel van onze huidige opdrachtgevers kenden Ron ook, door Ron’s Ebbinge Campus tijd. Zoveel van die oud-studenten zijn nu dé leiders van de bekende private equity en familiebedrijven van Nederland.

Maxime: Ebbinge heeft ook een tijdje & Company achter de naam gehad. Waarom is dit daarna toch weer ‘Ebbinge’ geworden?

Paul: [lacht], laat me dat eens toelichten. Voorheen heetten we Ebbinge Consultants, toen werd het KPMG Ebbinge en daarna werden we zelfstandig en moesten we een nieuwe naam verzinnen. McKinsey had McKinsey & Company en dat vonden wij wel lekker klinken. We gingen een beetje meedoen met de ‘grote namen’. Achteraf absurd natuurlijk.

Linda: Ik dacht altijd dat ‘& Company’ refereerde naar ‘ons’ als medewerkers. Als overkoepelende paraplu. Althans, zo voelde het voor mij!

Paul: Nadat we steeds meer toegroeiden naar het ondernemende bedrijvensegment, klonk & Company te corporate, te gekunsteld. En we zijn totaal niet corporate, dus hebben we het er weer afgehaald. Gewoon Ebbinge.

Maxime: Dit vroeg ik mij echt een tijdje af, eindelijk duidelijkheid!

Wat is jouw grootste leiderschapsles geweest, Paul? Daar ben ik echt benieuwd naar.

Paul: Dat is loslaten. Niet alles zelf willen doen. Ik heb leren delegeren: goede mensen uitkiezen en hen ruimte en vooral je vertrouwen geven.

Maxime: Is dat ook het succes van de huidige partnergroep?

Paul: Ja, elkaar de ruimte geven om anders te zijn. We zijn in Nederland en België met 6 partners. Ik geloof in de som der verschillen. Gelukkig lopen er hier geen drie Paul van Dam’s rond.

Linda: Dat loslaten wat Paul zegt, is echt merkbaar. In het begin vond hij dat lastiger, maar nu kan hij ook zeggen: ‘Voel de ruimte, denk vooral zelf goed na, en besluit wat jij denkt dat goed is’.

Maxime: Jullie gaan natuurlijk way back.

Linda: Ik heb Paul zien komen! Heb hem zelfs binnengelaten voor zijn eerste sollicitatiegesprek aan de Koningslaan.

Maxime: Niet geheel onbelangrijk trouwens: wij hebben een eigen visie Écht Leiderschap en zetten leiders in de spotlights die het verschil maken. Wie is voor jullie een échte leider en waarom?

Linda: Heel tijdsgebonden zeg ik Zelensky, de president van Oekraïne. Ik vind hem een waar toonbeeld van leiderschap. Onder moeilijke omstandigheden er altijd zijn, vind ik heel knap.

Maxime: Het zou een droom zijn om hem te mogen interviewen voor onze Echt Leiderschap interviewreeks. En jij, Paul?

Paul: Ernst Kuipers. Ik heb hem persoonlijk een keer ontmoet en was zeer onder de indruk. Ook hoe hij op TV communiceert. Hij staat ergens voor, heeft lef en durft het voortouw te nemen, ook in tijden van crisis. In lastige situaties floreer ik zelf ook het beste.

Maxime: Een beetje stress kan goed zijn. Stress is per definitie niet ongezond, heb ik laatst gelezen. ‘Gezonde stress’. Het zorgt ervoor dat je extra alert kan reageren en geconcentreerd werkt.

Paul: Met stress ben ik meer dan 10 jaar geleden gestopt, ik vind stress iets onzinnigs. Dat wil niet zeggen dat ik niet druk ben, maar ik kan er goed mee omgaan. Het is beter je niet te veel te laten beïnvloeden door alles in je omgeving. Tijdens de financiële crisis in 2009 had ik echt zó hard gewerkt. Daarna besloot ik nooit meer ‘back to back’ meetings te hebben– tussen 8 en 19 uur helemaal vol zitten en daarna een diner met klanten, ik ben ermee gestopt. Hoe minder ik bij sommige meetings ben, des te beter het gaat, zeg ik met een grote glimlach!

‘Hoe voelt iets? Voel je je ergens lekker of vertrouwd? Dat is heel belangrijk, die stille stem’

Maxime: Als jullie mij, of andere young professionals, advies moeten geven. Wat zouden jullie dan willen zeggen?

Paul: Kijk in de spiegel, en zie dat je goed bent, vertrouw maar op jezelf. En ga bepalen over wat je uit het leven wilt halen. Als je daar achter bent gekomen, vraag jezelf dan af: wie wil ik over 5 of 10 jaar zijn, welk leven wil ik dan leiden? Ga je daar vervolgens naar gedragen, gewoon doen en ik verzeker je dat je veel eerder je doel bereikt hebt dan de 5 of 10 jaar. Geldt voor privé of zakelijke doelen, het maakt niet uit.

Linda: Verlies je gevoel niet. Dat zou ik je willen meegeven. Hoe voelt iets? Voel je je ergens lekker of vertrouwd? Dat is heel belangrijk, die stille stem.

Maxime: Mooi gezegd! Grappig, ik herken mezelf eigenlijk wel in jullie. Heb ook altijd een sterke werkdrive gehad. We vinden alle drie werken ontzettend leuk.

Als we hier over enkele jaren weer zo samen zitten, welke veranderingen denken/hopen jullie dat Ebbinge heeft ondergaan? Of de consultancy branche in zijn geheel?

Paul: Ik hoop dat Ebbinge bij de tijd blijft, als voorloper. Dat moet je ook wel vandaag de dag. Als je niet moderniseert dan ben over 10 jaar niet meer relevant. De mensen die blijven zitten, blijven altijd zitten en hetzelfde doen. Dat wordt ‘m niet.

Ik wil ook heel graag dat Ebbinge haar eigen cultuur en DNA houdt. Dat gaat vast gebeuren, geen enkele twijfel.

Linda: Ik geloof echt enorm in de kracht van het Ebbinge DNA.  Het ondernemerschap is één ding, waar Paul het over heeft qua organisatieontwikkeling, maar ik geloof echt dat nieuwe collega’s ook een stukje Ebbinge gevoel in hun DNA krijgen. Ik weet zeker dat als het bedrijf over 10 jaar nog steeds bestaat, wij dat allemaal hebben. Want die kracht is zó sterk. Dat krijg je er niet uit.