‘Doen we het goed of ook het goede? Durf dat met elkaar te definiëren’

Op 6 juni 2023 ging Niels van Tent in gesprek met Anneke Westerlaken en Sjaak Wijma. Anneke is Voorzitter van ActiZ en toezichthouder bij o.a. Samergo en GGZ Rivierduinen. Sjaak is Voorzitter van de Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland. Zij gaan in op de vraag: wat vraagt het Integraal Zorgakkoord (IZA) van leiderschap?

webinar
Bekijk hier het webinar terug
Het Integraal Zorgakkoord (IZA) gaat over zorg die geregeld wordt in de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het moet en kan beter is de ondertitel van de inleiding van het IZA. Dit is de aanzet tot de ambitie om de zorg voor iedereen toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar te houden. Maar wat vraagt zo’n akkoord nou van leiderschap, van bestuurders en van toezichthouders?

Het Integraal Zorgakkoord is een eerste stap in de goede richting, op een weg die lang en hobbelig zal zijn, aldus Anneke Westerlaken. “Er is meer urgentiebesef en, met het kader passende zorg, meer richting om de eerste stappen daadwerkelijk te zetten. De commerciële logica, gericht op concurrentie, maakt meer ruimte voor het belang van samenwerking. Maar als ik kijk naar de zorgvraag en beroepspopulatie, denk ik dat die urgentie nog veel groter wordt.” Ook zwemt de zorg nog regelmatig tegen de stroom in, omdat veel prikkels de verkeerde kant op gaan. Zo is het vanwege de BTW-plicht administratief nog heel lastig om zorgmedewerkers in te zetten op meerdere plekken. De randvoorwaarden zijn dus nog niet op orde.

De transitie vraagt dan ook om een lange adem, beaamt Sjaak Wijma. “De stip op de horizon is redelijk helder omschreven, maar de weg ernaar toe niet. Dat vraagt om reflectie: waar zijn we mee bezig en wat is ervoor nodig? Persoonsgerichte zorg vereist een wezenlijk andere blik op zorg.”

Preventie
In de zorg is preventie een belangrijk thema. Dat je je als mens gezond en prettig voelt, heeft maar voor een heel klein deel te maken met gezondheidszorg. Anneke: “Relaties, huisvesting, het hebben van werk en inkomen, dat is misschien nog wel fundamenteler dan al het andere. Dat zie ik nu te weinig terug. Sommige zaken kunnen we in de zorg niet oplossen. Zaken terugleggen bij andere partijen of andere domeinen, is dan ook heel belangrijk.” Ondanks het belang van maatschappelijke randvoorwaarden, heeft de zorg wel degelijk een belangrijke functie. Maar hoe moeten we omgaan met die maatschappelijke factoren? Sjaak: “Er is een verschil in levensverwachting van acht jaar tussen laag- en hoogopgeleiden. In Nederland bieden we iedereen dezelfde zorg. Kunnen we ons dat permitteren of zou je mensen die het meer nodig hebben meer moeten bieden? Moeten we kiezen voor zorgongelijkheid voor een gelijke uitkomst? Dat zijn vragen waar we over moeten nadenken.”

‘Moeten we kiezen voor zorgongelijkheid voor een gelijke uitkomst? Dat zijn vragen waar we over moeten nadenken’

Ondanks het belang van preventie, komt dit onderwerp in de IZA niet uitgebreid aan de orde. Preventie gaat over huizen, sociale zekerheid, sociale infrastructuur, dat zit niet in het pakket van de IZA en vraagt veel meer van de overheid. Dat moeten we blijven agenderen, vindt Sjaak, maar het is wel een ingewikkelde discussie. Anneke: “Keuzes maken op basis van gezondheid is lang niet altijd prioriteit. Dat zou bijvoorbeeld betekenen dat grote werkgevers in de vervuilende industrie niet kunnen uitbreiden.” De vraag is wie verantwoordelijk is voor preventie en hoe dwingend de afspraken zijn die we hierover willen maken. Nederland vergrijst snel, dat heeft invloed op de zorgvraag, maar daar kan de zorgsector alleen niet verantwoordelijk voor zijn. Anneke: “We moeten met elkaar kijken wie waarvoor aan zet is. Er is kennis van zorg nodig om op andere beleidsterreinen wat aan preventie te doen.”

‘We moeten het ongemak op tafel leggen en de waarde daarachter wegen’

Verkeerde prikkels
De bekostiging van de zorg is een ander punt van aandacht. Volume is nu nog de prikkel; het is lonend om zo veel mogelijk zorg te bieden. Anneke: “Bij opleidingen leer je over het probleem van lege bedden, terwijl we juist opnamen willen voorkomen. Bedden vullen mag nooit het doel zijn.” Dat vraagt om sturing op andere principes dan volume. Er moeten andere leidende principes komen en een ander antwoord op de vraag ‘wanneer doe ik mijn werk goed’. Het begint met zaken heel expliciet maken en het met elkaar hebben over wat we leidend willen laten zijn. Wie hebben we daarvoor nodig, kunnen we samen optrekken en aan de bel trekken op de goede plekken? We moeten het ongemak op tafel leggen en de waarde daarachter wegen.

‘De kunst is om op basis van je eigen visie kansen te benutten om te versnellen’

Leiderschap
“Wat de volgende stap is en wat er gebeurt als je niet meegaat, kun je niet voorzien en dat vraagt leiderschap”, geeft Sjaak aan. “IZA is niet vrijblijvend. We moeten van woorden naar daden. Risico lopen en elkaar de hand vasthouden als het anders gaat dan verwacht.” Niets doen is geen optie. We moeten openstaan voor verandering, loslaten dat we op dezelfde voet verder kunnen. Risico’s accepteren en met leiderschap tonen dat het om het geheel gaat, om de samenwerking. Anders openstaan voor vraagstukken. Hoe contracteer ik de verzekeraar, wat spreken we af, hoe moet het anders? “Er gebeurt veel, maar als je het echt aan de gang wil krijgen, moeten we elkaar diep in de ogen kijken en het gesprek aangaan,” aldus Sjaak.

Volgens Anneke biedt de IZA ook grote kansen. “De kunst is om op basis van je eigen visie kansen te benutten om te versnellen. Pik eruit wat je toch al van plan bent om te doen en ga daarover in gesprek. Dat vraagt andere competenties van bestuurders. Het idee dat je iets lineair kunt sturen, is niet meer reëel. We moeten werken vanuit een achterliggend kompas. Dienstbaarheid, de zaak voorop stellen en niet zelf de credits willen hebben. Oog voor gezamenlijkheid en de gezamenlijke opdracht, elkaar op het schild willen hijsen. Nieuwe normen stellen en heel bewust afscheid durven nemen van de oude. Of iets wel of niet gebeurt, is een optelsom van gedrag van mensen, en dat zijn wij zelf. Je moet collectief een bepaalde richting op gaan en elkaar daar op aanspreken. Stel jezelf de vraag: doen we het goed of ook het goede, en durf dat met elkaar te definiëren.”