‘Het nieuwe leiderschap is rebels’

Hoe kun je bijdragen aan de ‘nieuwe rijkdom’? De nieuwe economie ademt waarden als gezondheid, welzijn, tevredenheid en harmonie met de omgeving. Bedrijven streven naar een positieve maatschappelijke impact, zonder daarbij de financiële groei uit het oog te verliezen. Welke rol kunnen bestuurders en commissarissen vervullen bij deze ‘nieuwe rijkdom’? Drie inspirerende lessen van prinses Laurentien van Oranje en Ron Steenkuijl.

webinar

Laurentien van Oranje richt zich met haar Number 5 Foundation onder andere op de aanpak van kinderarmoede, digitale ongelijkheid en taalontwikkeling van nul tot vierjarigen. Ron Steenkuijl is directeur Corporate Affairs bij ADG Dienstengroep en met stichting Helden van de Wil betrokken bij sociaal maatschappelijke initiatieven, zoals het Nationale Integratiediner (NID) en het schuldenplatform fIKKs. Zij waren te gast bij het derde interactieve webinar dat Ebbinge met MVO Nederland voor bestuurders en commissarissen organiseerde.

1. Een systemische verandering vraagt om collectieve samenwerking
De kloof tussen arm en rijk wordt groter. De acht rijksten ter wereld bezitten evenveel als de armste helft van de wereldbevolking: 3,6 miljard mensen. Ook in Nederland nemen de verschillen toe en onze aanpak lijkt niet te werken. Waarom lukt het bijvoorbeeld niet om het aantal kinderen in armoede te verlagen, terwijl er wel talloze initiatieven zijn?

Volgens Laurentien van Oranje is er sprake van wat zij een ‘versnippering van inspanningen’ noemt. ‘We doen van alles, maar lossen het grotere probleem er vaak niet mee op.’ Dat vraagt om een gezamenlijke overkoepelende missie. Bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken zou een ‘big hairy audacious goal’ (BHAG) moeten worden geformuleerd waar partijen gezamenlijk naartoe werken. ‘Alleen als overheden, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties én de mensen om wie het gaat écht met elkaar samenwerken, kun je een systemische verandering teweegbrengen,’ pleit zij. ‘Dat vraagt om een gedeeld beeld van de probleemstelling, een lange termijnbenadering en een commitment aan een aanpak van kleine stappen. Dat voelt soms als vertraging maar is uiteindelijk effectiever.’

Wat is de rol van het bedrijfsleven hierbij? Ron Steenkuijl: ‘Allereerst moeten we af van het bedrijfsparadigma dat erop gericht is per definitie, ten koste van alles, zoveel mogelijk winst te behalen – zonder daarbij de continuïteit van onze bedrijven uit het oog te verliezen. Aan ons de taak om van ‘ik’ weer ‘wij’ te maken en om dat wat verdeeld is, proberen te verbinden. Juist op de werkvloer, waar de versnipperde maatschappij samenkomt, kunnen bedrijven de nieuwe rijkdom vormgeven. Met initiatieven waar burgers trots op kunnen zijn.’

Het klinkt groots en meeslepend om als bedrijf een systemische verandering in gang te zetten. Maar volgens Steenkuijl kun je klein beginnen. ‘Denk aan Philips, die begin vorige eeuw al vooropliep door een sociaal vangnet te verzorgen voor zijn werknemers. De woningen die Philips bouwde, werden later woningbouwcorporaties. Als bedrijf kun je dus een interventie doen die leidt tot schaalbare oplossingen, waar meerdere partijen aan mee willen doen.’

2. Richt je op een deelprobleem
Laurentien van Oranje houdt zich al 25 jaar bezig met de aanpak van laaggeletterdheid in Nederland. Dat is een maatschappelijk vraagstuk van grote omvang waar allerlei deelproblemen achter schuilgaan, zoals gezondheid, armoede en taalontwikkeling op jonge leeftijd. Haar advies aan bestuurders en commissarissen: ‘Richt je op een deelprobleem dat past bij jouw bedrijf en maatschappelijke focus. Committeer je voor langere termijnen.’

Van belang is daarbij wel dat de deelaanpak onderdeel is van een gedeelde ambitie van meerdere spelers die ook een eigen deelgebied voor hun rekening oppakken. Begin geen individuele initiatieven, maar zorg eerst voor collectief startpunt. Van Oranje: ‘De ontwikkeling van een theory of change is het tegenovergestelde van een Poolse landdag. Het is de uitkomst van een gezamenlijk denk- en actieproces voor het oplossen van een complex probleem zoals laaggeletterdheid. Dat proces is onderdeel van de uitkomst want gaandeweg ontwikkel je een gedeeld begrip van de complexiteit van het probleem.’

Volgens Van Oranje hebben we in Nederland de neiging om meteen in actie te komen. ‘Natuurlijk is actie belangrijk. Maar wel in de goede volgorde. Het begint met de vraag: waar hebben we het eigenlijk over? En over wie gaat het?’ Stel bij elk initiatief de vraag of het bijdraagt aan een structurele oplossing van dat probleem. En kijk daarna op welk onderdeel elke partij kan aansluiten. ‘Je doet dan aan pick and choose, maar wel vanuit een gedeeld beeld. Als je die eerste stap overslaat, praat je op volgende stappen in het proces eigenlijk langs elkaar heen.’

Ron Steenkuijl noemt als voorbeeld NL2025, een collectief waar commissarissen en bestuurders en jonge talenten op eigen titel aan deelnemen om bestaande sociaal-maatschappelijke initiatieven op te schalen. NL2025 zou ook als platform gebruikt kunnen worden om structurele nieuwe oplossingen te bedenken, aan te jagen en te implementeren. Al vraagt systemisch denken wel om een fundamenteel andere aanpak dan het ‘opschalingsmodel’ van goede initiatieven.

3. Het nieuwe leiderschap is rebels
Een veel gestelde vraag bij het webinar: hoe doe je dat nou, een brug slaan vanuit het bedrijfsleven naar overheid, politiek en maatschappelijke organisaties? Hoe zorg je dat verschillende belangen, culturen en doelstellingen één stem vormen? ‘Daar heb je rebellen voor nodig,’ zegt Laurentien van Oranje. ‘Mensen binnen de systemen die zich realiseren dat ze het niet alleen kunnen oplossen. En die anders willen samenwerken dan volgens het poldermodel, waarbij je marchandeert en niet tot de meest optimale uitkomst komt. Rebels leiderschap betekent voor mij mensen die vrij durven denken. Durven denken vanuit een gezamenlijke missie en wederzijds vertrouwen en niet vanuit eigenbelang. Ik geloof vooral in systemische sociale innovatie dat voortkomt uit samenwerking tussen het systeem en de rebellen daarbuiten.’

Juist bedrijven kunnen die rebelse rol vervullen, vult Ron Steenkuijl aan. Beter dan overheden en gemeentes, die gebonden zijn aan regels en wetgeving. ‘Vanuit die rebelsheid kun je initiatieven ontplooien waarmee je druk uitoefent op de politiek.’ Als voorbeeld noemt hij de Nederlandse Schuldhulproute, een publiek-private samenwerking tussen corporates en gemeenten die burgers helpt hun schulden eerder af te lossen. ‘In korte tijd is vanuit het bedrijfsleven een systemische verandering tot stand gebracht, die vervolgens werd gesteund door politiek en overheid.’

Ebbinge en MVO Nederland organiseren deze webinarreeks elk kwartaal voor commissarissen en toezichthouders, met verschillende thema’s. Op deze manier kunnen zij inspiratie opdoen en hun eigen handelen of situatie spiegelen. Wil je met ons in contact komen naar aanleiding van dit webinar? Neem dan contact met ons op via rebelsleiderschap@mvonederland.nl