Joke van Lonkhuijzen – Hoekstra: ’Durf groot te dromen en plaats je ambitievlaggetje op een berg’

Ebbinge stelt leiders van vandaag en morgen de vragen die er echt toe doen. Deze keer Joke van Lonkhuijzen - Hoekstra, Directeur Nationale Hulp en Verenigings- management van het Nederlandse Rode Kruis.

echte-vragen

Wat was je eerste baantje?
Mijn vader en moeder hadden een slagerij in Heerenveen. Om bij te verdienen hielp ik met afwassen, vleeswaren snijden en het vullen van de hele vitrine. Hier heb ik geleerd hoe belangrijk het is om klanten te verleiden en naar hun feedback te luisteren. Je probeert tien nieuwe dingen uit, vraagt je klanten hoe ze het vinden en drie hiervan worden een succesnummer. In elke organisatie waar ik heb gewerkt had ik baat bij mijn ervaring uit de slagerij.

Hoe leg je aan een kind uit wat je doet?
Als ik mijn kleinkind uitleg wat ik doe pak ik een Playmobilpoppetje dat speciaal voor het Rode Kruis gemaakt is. Ik leg dan uit dat ons embleem, het Rode Kruis, ‘niet schieten’ betekent en dat we mensen in nood helpen. Iedereen die dat nodig heeft, zonder aanziens des persoons. Zoals mensen die het ontbreekt aan voedsel, die geen dak boven hun hoofd hebben of op een andere manier kwetsbaar zijn. In Nederland hebben we 13.000 vrijwilligers die door ons zijn opgeleid en 85.000 in het burgerhulpnetwerk Ready2Help. We ondersteunen nu ook de zorg, waar een tekort is aan verpleegkundigen. Om dit uit te beelden pak ik een poppetje van een verpleegkundige erbij.

Wat wil je veranderen aan de status quo?
We zitten in de grootste crisis na de watersnoodramp. Na deze COVID pandemie krijgen we te maken met een economische recessie. Bij het Rode Kruis signaleren we als eerste hoe het gaat met de meest kwetsbaren, zoals ongeschoolden en ongedocumenteerden. Maar je baan verliezen, kwetsbaar zijn of worden, dat kan iedereen ineens overkomen, dat wordt nu wel duidelijk. Alle politieke partijen zouden zich moeten verenigen: hoe gaan we ons land door deze crisis loodsen? Dit is geen tijd voor politiek gewin en stemmingmakerij.

Waar ben je trots op?
Het maakt me trots hoe we steeds meer jongeren, die nu thuis zitten of weinig college hebben, aan het Rode Kruis kunnen binden. Een betrokken generatie waar ik te zijner tijd graag het stokje aan overdraag. Hier vind je studenten, van MBO tot WO, die heel graag willen helpen als vrijwilliger – en we kunnen ze er gelukkig ook nog een klein beetje voor betalen als dat nodig is. Er is zoveel weggevallen uit hun leven, maar ze zetten zich nu vol energie in voor hun medemens.

Wanneer ontdekte je voor het eerst leiderschapskwaliteiten in jezelf?
Al vrij jong, bijvoorbeeld toen ik tijdens mijn schoolperiode werd gevraagd klassenvertegenwoordiger te worden of in de sport aanvoerder wilde zijn van een team. Op mijn drieëntwintigste werd ik verantwoordelijk voor een afdeling met veertig patiënten en dertig medewerkers. Ik ben een stapelaar. Veertien jaar lang heb ik naast mijn fulltime baan gestudeerd in de avonduren. MBO, HBO, Post-HBO, twee universitaire studies. Van hoofdverpleegkundige groeide ik door naar directie- en raad van bestuur functies, voornamelijk in de gezondheidszorg. Ik durf graag iets aan wat ik nog nooit heb gedaan, dat typeert me.

Van welke vergissing heb je veel geleerd?
Als verpleegkundige moest ik een spuit met verdoving klaar maken, voor een patiënt die een botboring moest ondergaan. De arts moest door haar pijn de behandeling staken. Ik zag tot mijn schrik dat ik de verkeerde vloeistof had opgetrokken en vroeg: ’Waarom scheld je niet op mij, ik heb een ontzettende fout gemaakt?’ Hij zei: ‘Denk je nu echt dat ik nooit fouten maak? Laten we kijken hoe het gekomen is.’ Toen bleek dat er amper onderscheid was tussen de ampul met de verdoving en die voor de andere vloeistof. Ik ben samen met de dokter naar die patiënt terug gegaan, een nuchtere Friezin. ’Zo erg was het nou ook weer niet,’ zei ze. Draai er niet omheen als je een fout maakt en je merkt dat mensen vergevingsgezind reageren.

Wat is het beste advies over leiderschap dat je ooit hebt gekregen?
Ik kreeg mijn diploma organisatie en management aan de Leeuwarden Business School uit handen van Jos Pâques. Hij had een milieutechnisch bedrijf in Balk. Zijn advies aan mij was: ‘Durf groot te dromen. Plaats je ambitievlag op een berg, dat is dan je vergezicht. Praat zo nu en dan met mensen die jou dierbaar zijn en je wat gunnen over je droom. Je zult zien dat ze je dan willen helpen bij de vraag hoe je dit gaat bereiken.’ Deze man heeft me zo geïnspireerd. Zijn milieutechnisch bedrijf is nu een wereldspeler in waterzuivering.

Zit je nu op die berg?
Ik geloof in learn, earn and return. Laatst gaf ik aan twintig talentvolle, ambitieuze vrouwen een gastcollege over mijn leven. Ik vertelde vanuit mijn hart, ook over mijn uitglijders en blunders. Die bergtop is minder belangrijk geworden, de weg ernaar toe is er één om dankbaar voor te zijn.

Wat doe je om stoom af te blazen?
Dan doe ik m’n hardloopschoenen aan en ren ik even een rondje. Ook lees ik graag poëzie, op dit moment een bundel van de Vlaamse dichter Herman de Coninck. Of een golfbal heel mooi raken, daar kan ik zo gelukkig van worden.

Hoe ga je om met conflicten?
Soms zijn botsingen onvermijdelijk. Ik ben doorgaans van de diplomatie en hou rekening met iemands waardigheid en standpunten. Het gesprek ga ik eerlijk en duidelijk aan. Als iemand argumenten heeft die me op andere gedachten brengen wil ik mijn mening herzien. En in het uiterste geval kan je tot de conclusie komen dat het beter is om afscheid te nemen.

Wie volg je op sociale media?
Niemand. Social media zijn zo kortstondig en vluchtig. Ik wil niet zomaar iets poneren. Voordat ik iets roep wil ik erover nagedacht hebben. Naarmate je ouder wordt weet je dingen steeds minder zeker. Juist door je kennis en ervaring.

Met wie zou je een dag van baan willen ruilen?
Ik zou wel een dag met Sifan Hassan willen ruilen, de hardloopster. Eens voelen hoe dat is, zó hard lopen. Ik werk ook nog altijd aan mijn snelheid. Besturen is topsport, maar topsport is ook besturen. Hoe zit je in balans? Mentaal, fysiek, alles moet kloppen. Het doel is helder. Je hebt allemaal hulptroepen om je heen. Je moet jezelf en je tekortkomingen goed kennen. En dan lukt het je, hoe mooi is dat!